Cambodia
Home India Nepal Thailand Malaysië Cambodia Laos Turkije Syrië

 

 

Allerlaatste update 22 december 1999

Na onze overhaaste terugkeer uit Singapore en Malaysie, verbleven we twee dagen in Bangkok, waar we ons visum voor Cambodia in orde brachten. Om je visum aan te vragen, heb je een pasfoto nodig, samen met een copie van je paspoort en 20 US$ in cash. Voor de aanvraag kan je terecht op de ambassade ( Zijstraatje van Sarasinroad, nabij het World Trade Center) tussen 9.30uur en 11.00uur. De volgende dag kan je dan je paspoort met een visum voor 30 dagen gaan ophalen, na 15.30uur. Een ticket rechtstreeks naar Siem Riep kochten we op Khao San road voor 450 baht.

Op 9 december vertrokken we om 08.00uur, met een minibusje, naar de cambodiaanse grens. In Poipet aangekomen, na een rit van 5 uur, verlieten we Thailand, om vervolgens in te checken in Cambodia. Tot onze grote verbazing dienden we een gezondheidscertificaat in te vullen, waarop we ook moesten vermelden of we eten of lichaamsassen bijhadden!? Dit werd ons nog nooit eerder gevraagd. Misschien nog een tip: breng steeds je internationale inentingskaart (geel boekje) mee, anders betaal je aan de grens 50 baht "administratiekosten". Terwijl we stonden aan te schuiven, viel ons onmiddellijk het verschil met Thailand op. De wegen bleken niet meer geasfalteerd te zijn en de opleggers werden door 50 mensen over de grens geduwd i.p.v. door een vrachtwagen over de grens gereden. Daar er in Cambodia weinig of geen bussen rijden, moesten we onze weg verderzetten achterop een pick-up truck. Die werd eerst volgeladen met alle rugzakken (15 stuks) en nadien werden we vriendelijk verzocht plaats te nemen (3 voorin en 12 achterin). Het leek ons even onmogelijk, maar uiteindelijk slaagden we er toch in om met wat gewring en geduw, allen een plaatsje te vinden. Onmiddellijk na het vertrek werd het ons duidelijk dat het geen comfortabele reis zou worden. De "weg" was in zeer slechte staat door de enorme putten (mijnkraters?) en de vele stenen. De pick-up ging zo op en neer dat we blij waren dat onze voeten en benen klem zaten tussen de rugzakken en de medereizigers, zodat we er niet konden uitvallen. Ondanks de steeds erger wordende pijn aan ledematen en zitvlak, genoten we toch van het herwonnen avontuur en het prachtige landschap. Af en toe hielden we ons hart vast bij het oversteken van een brug, omdat die er meestal maar wankel uitzag. Toen de avond viel, begon iedereen zich af te vragen of we Siem Riep diezelfde dag nog zouden bereiken, gezien het ons geriskeerd leek 's nachts verder te rijden. De chauffeur dacht daar blijkbaar anders over en zette de rit gewoon verder. In het donker, werden we regelmatig door een inderhaast opgezette wegblokkade tot stoppen gedwongen. Alhoewel men enkel geld wou, werd het bij het naderen van een dergelijke blokkade toch steeds even stil in de truck en waren we allen opgelucht telkens we mochten doorrijden. Gelukkig had het de laatste dagen niet geregend, want hier en daar werd met man en macht gewerkt om vrachtwagens los te trekken uit de modder, die nog niet was opgedroogd. Na een zware rit die uiteindelijk 8 uur geduurd had, kwamen we om 23.00uur in Siem Riep aan. We bleven in het hotel waar we werden afgezet en genoten van een verdiende nachtrust.

Na het ontbijt, beslisten we toch een iets goedkopere slaapplaats te zoeken en verhuisden we naar een kamer voor 3 US$, ontbijt inbegrepen. Die dag gingen we op verkenning in de stad. Onmiddellijk werd het ons duidelijk dat Cambodia een land in heropbouw is. Overal is men aan het werk en bereid men zich voor op de komst van miljoenen toeristen tijdens de volgende jaren. We werden aangenaam verrast door het toch nog zeer franse karakter van dit land. Bij het ontbijt kregen we "baguette"; overal zagen we franse koloniale woningen; met verschillende mensen konden we frans praten en overal was er franse wijn te krijgen. In tegenstelling tot in Thailand zijn de mensen hier enorm vriendelijk en goedlachs. Kinderen wuiven je van ver toe, terwijl de volwassenen je met een brede glimlach welkom heten. Bij de toeristische dienst gingen we ons informeren over de prijzen om de Angkortempels te bezoeken. Een toegangsticket voor deze historische site kost 20 US$/dag, 40 US$ voor een driedaags ticket of 60 US$ voor een week. Twee brommertjes met chauffeur, die ons gedurende drie dagen van de ene naar de andere tempel zouden brengen, kostten ons 6 US$/dag.

De volgende dag begonnen we aan onze eerste verkenning van de tempels, met name die van Angkor Wat, Angkor Tom en Tha Prom. Van deze drie is Angkor Wat waarschijnlijk de meest bekende. Door zijn perfect geometrische afmetingen is het 1 van de 7 architecturale wereldwonderen, naast de Taj Mahal, de pyramide van Cheops, de Chinese muur, het Pantheon, Burubudur in Indonesie en de stad op de Matchupichu in Peru. In deze tempel trokken vooral de goed bewaarde bas-reliefs onze aandacht. De versterkte vesting van Angkor Tom kon ons echter veel meer bekoren. Je komt er binnen door 1 van de 4 enorme toegangspoorten, aan het einde van een brug, waarvan de ballustrade gevormd wordt door een enorme slang, gedragen door "garuda's" (mythische figuren). Eenmaal binnen heb je er zicht op de "Bayon", met z'n tientallen torens, van waarop boeddha-gezichten je toelachen. Tha Prom is dan weer bijzonder door de staat waarin hij verkeert. In tegenstelling tot alle andere tempels, kan je deze terugvinden in de staat waarin de archeologen hem jaren geleden ontdekten. Hij wordt overgelaten aan de kracht van de jungle en op verschillende plaatsen hebben wortels van bomen, die meer dan honderd jaar oud zijn, de tempel in een stevige wurggreep. De tweede dag van ons bezoek, bezochten we Bantay Serai. Deze tempel bevindt zich op een goed uur rijden van Siem Riep. We vonden de rit niet de moeite voor de tempel die we te zien kregen. Anderzijds was ze wel bijzonder omdat we er ons bewust van waren dat het tot voor kort levensgevaarlijk was deze tocht te ondernemen, door de aanwezigheid van Rode Khmer. Verder bezochten we nog een aantal kleinere tempels en de laatste dag gingen we, al fietsend, nog eens terug naar de plaatsen die we het mooist vonden. Alhoewel het toegangsticket nogal duur is, vonden wij dit bezoek zeker de moeite waard.

's Dinsdags vertrokken we, opnieuw in een pick-up truck, naar Phnom Penh. Alhoewel we deze keer vooraan in de cabine zaten, was de rit niet minder vermoeiend. Door de jarenlange oorlog zijn de wegen in zeer slechte staat, voornamelijk in het noorden en westen van het land. Naarmate we Phnom Penh naderden werd de weg echter aanzienlijk beter. We gingen er de "Killing Fields" en het "Tuol Sleng" genocide-museum bezoeken, beiden een lugubere herinnering aan het Pol Pot regime. Tuol Sleng is een school die door de Rode Khmer werd omgevormd tot een gevangenis waar mensen werden ondervraagd en gefolterd. Er hangen honderden foto's van mensen die door het decadente regime de dood vonden, evenals schilderijen, gemaakt door een van de weinige overlevenden, die de gruwelen in beeld brengen. Vandaaruit vertrokken de meesten naar de Killing Fields om er geexecuteerd te worden. Daar werden in een stupa, opgericht ter nagedachtenis van de vele slachtoffers, honderden menselijke schedels opgestapeld, gerangschikt volgens leeftijd en geslacht. Verder is ook het Nationaal Museum een bezoekje waard, daar je er de originele beelden uit Angkor kan gaan bekijken. Het huisvest ook de grootste kolonie vleermuizen, in een door mensen gebouwde structuur, ter wereld. Bij zonsondergang wordt de lucht zwart door de duizenden vliegende zoogdiertjes die allen tegelijk uitvliegen. In Phnom Penh genoten we van de franse keuken in restaurants zoals "Le Bistro" en het "FCCC" (Foreigner Correspondent Club of Cambodia) die bovendien zeer smaakvol zijn ingericht en je doen wegdromen over koloniale tijden. Vanuit de hoofdstad namen we de bus naar Sihanoukville in het zuiden, vanwaar we met de ferry (via het strand!) opnieuw de grens met Thailand overstaken.

Cambodia maakte op ons een zeer positieve indruk. Misschien zijn het de vriendelijke mensen of het franse karakter; in ieder geval voelden we er ons onmiddellijk thuis.