Thailand
Home India Nepal Thailand Malaysië Cambodia Laos Turkije Syrië

 

 

Allerlaatste update Bangkok, 2 maart 2000

Deel 1 : 2 november - 11 november 1999

Na een drie uur durende vlucht vanuit Kathmandu kwamen we aan in Bangkok. Dankzij de goede richtlijnen die Marie-France en Brian (Canadees koppel) ons hadden gegeven vonden we snel de bus die ons in de richting van het centrum zou brengen. Op de bus viel ons onmiddellijk het moderne van de stad op. De weg was meer een autosnelweg, iets wat we in vier maanden niet meer hadden gezien. De stad was enorm druk met veel verkeer en de straten geflankeerd met grote gebouwen.

Na aankomst in ons hotel, gelegen in een rustige straat ver weg van de drukte, aten we voor het eerst Thais. Het beviel ons zeer goed, zeker na het eentonige eten in India en Nepal. Alles wordt vers bereid : groenten, kip, varkensvlees, noedels, enz. Het wordt gestoomd en daarna opgebakken in een lekkere soja-saus. Na wat gerust te hebben trokken we naar "Khoa San Road", het mekka van de toeristen in Bangkok. Het is een plaats waar je toeristen van alle slag tegenkomt, zowel avontuurlijke reizigers, als mensen die meer kiezen voor een strandvakantie in een luxe hotel, zonder veel interesse voor de cultuur. Al gauw besloten we naar het hotel terug te keren, moe van de reis en geslagen door de vochtige hitte.

De volgende twee dagen bezochten we een aantal Wat's (boeddhistische kloosters), de koninklijke vloot, Chinatown en vergaapten we ons aan de vele koopwaar aangeboden in zowel luxe shopping-centra als stalletjes langs de straat. We zagen er vruchten die we nog nooit eerder zagen: rambutan, een soort lychee in een stekelig omhulsel; jackfruit, gelijkend op ananas eenmaal gepeld, maar met de consistentie van mango en smakend naar banaan; durian, een fel gegeerde vrucht die een scherpe geur, of moeten we zeggen stank, verspreidt en die smaakt naar zoete ajuin; en nog heel wat andere soorten waarvan we de naam niet eens kennen. In tegenstelling tot in India zagen we het hier wel zitten om te eten aan de stalletjes die heerlijke gegrilde kippebillen, brochetten, kleine loempia's en vers fruit verkochten. 't Was alsof we op straat aan het bbq'en waren!

Het weer viel echter wat tegen aangezien de moesson nog steeds in het land was. Vorig jaar werd "el ninjo" aangeduid als de schuldige, dit jaar spreken ze over "la ninja". In de hoop zuidelijker wat beter weer te vinden vertrokken we met de nachtbus naar Krabi, een provincie in het zuidelijke puntje van Thailand. We gingen er voornamelijk heen om een bungalow te reserveren om eindejaar te vieren, wanneer Veerle's ma ons komt bezoeken. We namen een "longtail boat" naar Railey Beach omdat heel wat mensen daar zo lovend over gesproken hadden. Eenmaal aangekomen viel dit strand, als je het al zo kon noemen, ons erg tegen. Alles was er vol gebouwd en bovendien was het er verschrikkelijk druk. We voelden ons net in Center Parks. Na er een nacht te hebben doorgebracht keerden we terug naar Krabi stad, om vandaaruit de ferry te nemen naar Koh Jam. Aangekomen ter hoogte van het eiland dienden we over te stappen van de ferry op een longtail boat, die ons met de gebruikelijke zoute douche naar het strand bracht. Het eiland is zeer rustig en afgezien van een twintigtal bungalow's is er geen andere accomodatie. Op het enorme eiland zijn verder nog twee vissersdorpjes en enorme rubberplantages. We voelden ons daar onmiddellijk veel beter op onze plaats en reserveerden dan ook twee bungalow's voor oudejaarsavond. Gedurende twee dagen gingen we wandelen op het immense strand, door de rubberplantage en naar een van de vissersdorpen. Na Bangkok en de reis konden we weer eventjes op adem komen. Aangezien we hier dus nog terugkomen beslisten we niet al te lang te blijven hangen en door te reizen naar het zuiden. In Nepal hadden we al het besluit genomen Vietnam over te slaan, omwille van het vele negatieve commentaar die andere reizigers ons gaven, en in plaats daarvan Malaysie en Singapore te bezoeken. De ferry bracht ons terug naar Krabi waar we een air-con minibus namen naar Hat Yai. Vandaaruit wilden we het nationaal park, Taleh Ban gaan bezoeken maar jammer genoeg wist het toeristisch bureau ons te vertellen dat het omwille van de moesson gesloten is tot eind november . Op de terugweg, half december proberen we echter opnieuw! Vanuit Hat Yai ging het naar Satun waar de ferry ons over de grens naar Langkawi, Malaysie zou brengen.

Deel 2 : 19 december 1999 - 14 januari 2000

Op 19 december kwamen we opnieuw aan in Bangkok na een korte trip door Cambodia. Daar Veerle's ma op kerstdag aan zou komen, maakten we van de gelegenheid gebruik om wat te shoppen, de website te updaten en nog eens iedereen te mailen. Op kerstavond gingen we samen met twee nederlanders, die we steeds opnieuw tegenkomen, naar het Thai-boksen. Dit was een hele belevenis, vooral als je luistert naar het enthousiaste publiek dat voortdurend weddenschappen afsluit en vol overtuiging zijn favoriet aanmoedigt. Het Thai-boksen zelf is nogal agressief, aangezien ongeveer alles mag : elleboogstoten, kniestoten...... Het was niet echt wat we gewoon zijn op kerstavond maar toch hadden we een leuke avond. Op kerstdag kwam de ma van Veerle aan op de luchthaven. Het was een blij weerzien na zes maanden weg te zijn. Bovendien had ze vele brieven mee en leuke en lekkere cadeautjes van familie, vrienden en collega's waarvoor we iedereen nog eens wilen bedanken! We lieten Mouche (veerle's ma) twee dagen de kans om wat uit te rusten en te wennen aan de nieuwe omgeving en het warme weer. Ondertussen bezochten we "Wat Phra Kaew", het "Grand Palace" en "Wat Po" en gingen we de mooie nieuwjaarsverlichting bekijken nabij het "World Trade Center", een van Bangkok's grote shopping-centra. Kerst wordt hier niet gevierd en de Thais bereidden zich voor op de overgang naar het jaar 2543, daar ze de bhoeddistische kalender volgen!

Op maandag, 27 december vonden we het hoog tijd om eindelijk weer weg te trekken uit het drukke Bangkok. Ondanks de prospecties die we begin november maakten om een plaats te vinden om nieuwjaar te vieren, gingen we naar Koh Chang. Dit is een van de grotere eilanden van Thailand vlak bij de grens van Cambodia, in de golf van Thailand. Met de bus gingen we naar Trat, waar we een "songthaew" (een overdekte pick-up truck) namen naar de opstapplaats voor de ferry die ons naar Koh Chang zou varen. Op advies van onze Nederlandse vrienden, die ook mee waren, checkten we in op een van de rustigere stranden van het eiland. Omdat Koh Chang deel uitmaakt van een natuurreservaat is het relatief ongerept en bestaat het grootste deel van het eiland uit vrij ontoegankelijke tropische jungle. De stranden zijn niet volgebouwd met grote buildings, maar accomodatie bestaat er uit relatief eenvoudige bungalows met een restaurant. We stapten er naar een waterval, maakten een urenlange wandeling langs het strand en rustten wat uit, liggend op het strand, genietend van de rust, de zon en de azuurblauwe zee. Een werkonbekwame belg, die reeds verschillende jaren, genietend van zijn mutualiteitsuitkering, onderweg is en nu reeds 3 maanden op Koh Chang zit, organiseerde een daguitstap met de boot. We schreven ons in en kregen de kans te vissen, te snorkelen en een klein vissersdorp op palen te bezoeken. Zoals gewoonlijk, gingen we ook op 31 december genieten van de zonsondergang, dit keer beseffend dat het de laatste was van de eeuw en het vorig millenium. Het oudejaarsfeest vierden we in internationaal gezelschap van 2 Australiers (die reeds om 20.00uur hun nieuwjaar vierden), 2 Nederlanders, 4 Denen, 1 Duitser, 1 Oostenrijker, 1 Canadese en nog een Belg. We genoten van een lekkere "Sea-Food"-barbecque en om middernacht dronken we de lekkere champagne die Mouche had meegebracht, terwijl hier en daar vuurwerk werd afgestoken. Om 02.00uur bleek alles dicht te zijn en gingen we dan maar naar bed. De twee volgende dagen brachten we nog rustig door op de pier, al zonnend en lezend alvorens terug te moeten keren naar Bangkok.

Vanuit Bangkok maakten we twee daguitstappen; 1 naar de "Floating Market" van Damnern Saduak en de "Rose Gardens" en 1 naar "Ayuttaya". De drijvende markt bestaat uit tientallen bootjes, vanwaarop handelswaren worden aangeboden. Het is een vrij folkloristisch gebeuren, dat in de loop der tijd z'n oorspronkelijke functie van lokale markt heeft verloren en nu erg toeristisch is. Niettegenstaande is het een zeer kleurrijk iets, zeker een bezoekje waard. Op het terrein van het "Rose Gardens"-hotel, gingen we kijken naar een voorstelling van verschillende traditionele Thaise dansen en een olifantenshow. De volgende dag brachten we een bezoek aan de ruines van de oude Thaise hoofdstad, Ayuttaya en aan het zomerpaleis. Tijdens de laatste dag van Mouche haar vakantie, bezochten we de "Golden Temple", de "Vimanmek Teak Mansion" en het huis van zijdefabrikant Jim Thompson, waarna het tijd was om terug afscheid te nemen van elkaar. Na het vertrek van Mouche bleven we, noodgedwongen, nog een aantal dagen in Bangkok, teneinde ons visum voor Laos in orde te brengen. Via Chiang Rai gaan we naar Chiang Khong, waar we de grens met Laos zullen oversteken.

Deel 3 : 7 februari 2000 - 2 maart 2000

Na onze terukeer uit Laos werden we geconfronteerd met iets waarvoor andere reizigers ons al hadden gewaarschuwd : "REISMOEHEID". Sommigen onder jullie zullen dit misschien moeilijk kunnen begrijpen (net zoals wij een paar maanden terug) maar toch bestaat het! Door het altijd maar onderweg zijn van plaats naar plaats heb je zo nu en dan behoefte aan wat stabiliteit. Bovendien waren we ook al zeven maanden in Azie en werd het misschien tijd om eens iets anders te gaan doen. Na wat overleg besloten we Australie en Nieuw-Zeeland over te slaan en naar het Midden-Oosten te trekken. We waren een beetje bang dat de twee landen die we eerst wilden bezoeken (Austr. en NZ) te westers zouden zijn en bovendien heel wat duurder. We vonden een nieuwe publicatie van Lonely Planet die een route beschrijft lopende vanuit Istanbul in Turkije tot Cairo in Egypte wat ons heel leuk leek. Na het boeken van een enkel ticket op Istanbul vertrokken we opnieuw naar Koh Chang (zie boven) om nog een week of twee te rusten na het toch soms wel zware werk in Laos. We gingen er zwemmen, zonnen, vissen..... kortom rust.

Op 26 februari keerden we terug naar Bangkok om nog wat te mailen, de website te updaten, een postpakket op te zenden en nog de nodige inkopen te doen. Langzaam maar zeker kwam het einde in zicht en op 3 maart vlogen we, na zeven maand Azie, uiteindelijk naar Istanbul