Turkije
Home India Nepal Thailand Malaysië Cambodia Laos Turkije Syrië

 

 

Allerlaatste update, 24 maart 2000

Tijdens de drie weken die we in Turkije waren hadden we het grote voordeel nog buiten het seizoen hier te zijn. Daardoor waren we vaak alleen bij het bezoeken van historische/archeologische sites en konden we ten volle van de pracht van deze monumenten genieten. Een nadeel echter was dat we regelmatig nog vrij koude temperaturen hadden, met soms regen en zelfs sneeuw. Na de bloedhitte in Bangkok was dit bij onze aankomst wel deugddoend, maar we merkten snel dat we slecht weer veel sneller beu worden dan mooi, zonnig en warm weer.

Op 2 maart kwamen we aan in Istanbul, waar we onmiddellijk geconfronteerd werden met de leepheid van de turken die je iets willen verkopen of je in hun hotel willen binnenkrijgen. Terwijl we aan het wandelen waren, met onze rugzakken aan, op zoek naar een hotel, sprak een man ons heel vriendelijk aan. Vanwaar zijn jullie afkomstig? Oooh, Belgie!! Ik spreken een beetje nederlands,he!! Are you looking for hotel? Eigenlijk moet ik binnen vijf minuten op mijn werk zijn maar ik zal jullie even de weg wijzen in de richting van Sultanahmet (de wijk met de belangrijkste bezienswaardigheden). Voor we het wisten stonden we in een hotel waar we veel te veel zouden betalen voor hetgeen we zouden krijgen. Gelukkig hadden we ons mannetje door, want hij bleek de hoteleigenaar en het hotel wel heel goed te kennen. Omdat we echt geen zin hadden in het betalen van een commissie beslisten we dan ook niet te blijven. En gelukkig maar, want we bevonden ons bij het nakijken van de kaart helemaal niet in Sultanahmet!!! Daar vonden we, zonder hulp, een heel mooi, gezellig hotelletje dat ons ook een prachtig turks ontbijt (tomaten, komkommers, olijven, fetakaas, yoghurt, brood, confituur, honing en natuurlijk thee of koffie) aanbood voor de prijs van 22 US$.

In de eerste plaats moesten we in Istanbul ons visum voor Syrie aanvragen bij de syrische ambassade. Belgen hebben blijkbaar geen aanbevelingsbrief nodig van hun eigen ambassade om dit visum te bekomen. Dit in tegenstelling tot vele andere nationaliteiten die pakken geld moeten betalen aan hun EIGEN ambassade om deze brief te krijgen. Wij hadden geluk; namen het risico zonder brief naar de syrische ambassade te gaan en onze aanvraag werd zonder problemen aanvaard. We moesten wel twee werkdagen wachten alvorens we het konden ophalen. Daardoor konden we pas op 8 maart terug verder trekken. Dit gaf ons echter wel voldoende tijd om al de pracht van deze stad grondig te bekijken. We bezochten uiteraard de Blauwe Moskee, de Aya Sophia en het Topkapi paleis, 3 prachtige gebouwen met enorm veel geschiedenis. Daarnaast liepen we ook verloren in de overdekte bazaar, met z`n vele straatjes waar allerlei typisch turkse waren verkocht worden zoals tapijten en kilims, goud, zilver, keramiek, kruiden (pili-pili, safraan, munt, coriander, komijn, tijm, peterselie,...), thee (appelthee,aardbeienthee,turkse thee,...) en toebehoren, waterpijpen, lederwaren, turks fruit (lokoom), verschillende soorten noten (pistachenoten, amandelen, walnoten, hazelnoten,...),.... Het is prachtig hoe al deze waren in grote zakken worden uitgestald, de kleuren, de geuren, je kan niet anders dan ernaar kijken en natuurlijk kopen. Ondanks het koude, maar over het algemeen wel zonnig lenteweer, voelden we ons door al deze waren toch wel in het zuiden. Al wandelend door de straten van Istanbul werden we voor het eerst ook geconfronteerd met het gezang van de muezin uit de minaret van de moskee. Vijf keer per dag prijst deze man Allah en spoort hij de moslims aan tot gebed. We moeten toegeven dat zo`n schel gezang toch wel iets indrukwekkender is dan het luiden van onze kerkklokken. En dit zeker als je erdoor wordt wakkergemaakt om vier uur `s nachts, omdat een van de minaretten zich nu eenmaal vlak bij je hotel bevindt. Zeer exotisch!!!

Nadat we ons visum hadden opgehaald, vertrokken we met de bus richting zuiden, in de hoop op beter weer. Aan het busstation liet Veerle zich eerst nog eens deftig rollen door de taxichauffeur. Door een lepe toer van deze man, het nog niet goed kennen van het geld (t.t.z. miljoenen Turkse lire`s) en doordat het snel moest gaan, betaalde ze ongeveer het dubbele van hetgeen ze moest betalen en realiseerde zich dat natuurlijk pas toen de taxi alweer vertrokken was. Kwaad, maar voor de rest van de reis nog meer op onze hoede dan in India (de turkse commercanten lijken echt nog geslepener dan de Indiers!!!!), namen we de bus naar Izmir.

De tocht naar Izmir was echt heel mooi. We reden door de bergen en staken met een ferry de Zee van Marmaris over. Vanuit Europa belandden we opnieuw in Azie. De tocht duurde negen uur waardoor we pas `s avonds in Izmir aankwamen. We beslisten daar enkel te overnachten en de volgende dag onmiddellijk door te trekken naar Selçuk, het stadje op drie kilometer van Ephesus.

Selçuk was een gezellig klein stadje, met allerlei restaurantjes (döner, dürüm en sis kebab, yoghurt met look,...), souvenirwinkeltjes en een grote markt op zaterdag. Na onze aankomst bezochten we de ruines van de Johannesbasilica, die prachtig gelegen is op een heuvel vanwaar we een zicht hadden tot aan de Egeische Zee. De volgende dag bezochten we de ruines van Ephesus. Deze vonden we echt heel indrukwekkend. We waren ongeveer helemaal alleen op de site, waardoor we vb. het enorme theater volledig voor onszelf hadden en ongemoeid de accoustiek konden testen. De gevel van de bibliotheek van Celsus is buitengewoon mooi gerestaureerd en doet ons dromen van de tijd toen ze nog in gebruik was. Dat moet nogal iets geweest zijn!!!

Na een kort bezoek aan de markt in Selçuk, op zaterdag, namen we de bus naar Kusadasi, waar we overstapten op een dolmus naar Söke, waar we overstapten op een busje naar Priene. Ook daar bezochten we een archeologische site van ong. 300 V.C., die echter veel minder mooi gerestaureerd was dan Ephesus en ons eigenlijk overkwam als een hoop erg oude stenen. De site lag echter ook weer op een heuvel, met daarachter de Mykaleberg en eronder de vlakte van de Menderesrivier. Buitengewoon mooi en we hadden alweer geluk met het weer!!! Vanuit Priene moesten we terug naar Söke om daar de bus te nemen naar Bodrum.

In Bodrum zijn we twee dagen gebleven tijdens dewelke we het kasteel van Petrus bezochten, waarin een niet erg indrukwekkend onderwatermuseum is ondergebracht (de meeste zalen waren nog dicht) en tijdens dewelke we wat uitrustten in de zon, op een terras of op één van de rotsen aan het water. Bodrum is in het hoogseizoen een erg druk, lawaaiierig vakantieoord, met enorm veel volk, maar toen wij er waren was het er echt aangenaam. Het leek alsof we de enige buitenlandse toeristen waren tussen de vele Turken die kwamen genieten van de eerste zon aan de zee. Bodrum is een stad die volledig is opgebouwd tegen de flank van een heuvel vol kleine witte huizen. Jammergenoeg waren we iets te vroeg om te kunnen genieten van de bloeiende oleanders tegen deze witte gevels. Anderzijds hangen er wel overal appelsienen en citroenen in de bomen.

Vanuit Bodrum ging onze reis verder naar Fethiye. Dit is, net als Bodrum, een vrij groot vakantieoord tijdens het toeristisch seizoen, maar nu was het er ook erg rustig. Aangezien we buiten het seizoen komen zijn de hoteliers erg happig om ons in hun hotel of pension binnen te krijgen en durven we nogal eens doorgaan op het afdingen van de prijs. In Fethiye sliepen we in een voor ons sjiek hotel met zwembad!!! Voor de kamer met ontbijt betaalden we ong. 500bf. voor twee personen. Vergeet dat maar in het hoogseizoen!!! Jammergenoeg liet hier het weer ons in de steek en konden we niet van het zwembad genieten. Het was koud en regenachtig. We zijn er eigenlijk veel binnengebleven om brieven te schrijven en te lezen.

`s Vrijdags de 17de, namen we de bus verder oostelijk, naar Çirali, aan de Middellandse Zee. De hele dag van onze reis was het guur, koud, regenachtig weer. We sliepen er in een pension op twee minuten stappen van het strand en hoopten dus op een aanzienlijke weersverbetering. Onze gebeden werden verhoord, want de volgende dag stonden we op met een stralende zon. We merken dat het weer ons humeur en onze zin om verder te reizen toch aanzienlijk bepaalt. Wanneer het slecht weer is, lijken we volledig verloren, terwijl we met goed weer naar buiten kunnen en vanalles weten te doen. Die dag gingen we de ruines van het oude Olympos bezoeken. Deze stad ligt vlak bij de zee, tussen de bossen. Het is er erg aangenaam om wandelen, maar van de stad zelf is nog maar weinig te zien. `s Namiddags hebben we ons wat op het strand gelegd, waar het uit de wind al lekker warm werd en `s avonds gingen we kijken naar de Chimaera. De Chimaera zijn vlammen die branden op de rotsen van een heuvel vlak bij Olympos. De vlammen ontstaan in spleten in de rotsen, waaruit een gas ontsnapt dat ontbrandt op het ogenblik dat het in aanraking komt met lucht. De vlam van de eerst Olympische spelen in de oudheid werd hier aangestoken!!! Het is een zeer vreemd fenomeen en bepaalde mensen konden het duidelijk niet goed begrijpen. Een oudere man was voortdurend aan het blazen, om te proberen het uit te krijgen. Natuurlijk lukte hem dit niet. Anderen waren er precies helemaal niet meer door verbaasd, want die hadden alles bij om een lekkere barbecue te houden boven één van de vlammen. Wij genoten van de ondergaande zon en het zicht over de zee, vol verbazing. Wanneer het volledig donker was, wandelden we, verlicht door de volle maan, terug naar Çirali.

Vanuit Çirali namen we de volgende dag, opnieuw in de regen, de bus naar Antalya. Vlak na onze aankomst in Antalya, liepen we onze canadese vrienden die we in Nepal leerden kennen, tegen het lijf. We wisten dat ze in het land waren en we waren van plan om elkaar in Alanya te ontmoeten. Door het slechte weer in Capadoccia waren zij echter sneller gereisd dan voorzien. Het was een blij weerzien, want we hadden elkaar veel te vertellen. Samen met hen verblijven we nu in Antalya. De eerste dag na onze aankomst, hebben we vooral veel bijgepraat en geflaneerd in de stad. Op dinsdag zijn we samen op daguitstap gegaan naar Aspendos, waar één van de best gerestaureerde antieke theaters te zien is. Daarnaast zijn er nog veel ander overblijfselen van de stad met een agora, een stadium, een basilica,... Deze resten zijn echter in vergelijking met het theater, amper gerestaureerd.

De volgende dag namen we met z`n vieren de bus naar Pamukkale. We reden door het nog steeds besneeuwde binnenland van Turkije en kregen opnieuw een koudegolf. Omdat de verwarming in het pension in Pamukkale amper werkte en er ook amper sprake was van warm water, beslisten we de volgende dag het nationaal park te bezoeken en terug te keren naar Antalya. Net als de Chimaeravlammen zijn de kalkformaties van Pamukkale een natuurlijk wonder. Van ver lijkt het sneeuw te zijn op een berg, maar wanneer je dichterbij komt zie je de vreemde vormen die het kalk heeft aangenomen. We mochten enkel op onze blote voeten op het kalk lopen hetgeen niet erg aangenaam was. Op verschillende plaatsen stroomde het van nature warm water echter naar beneden, hetgeen onze ijskoude voeten erg deugd deed. In de zomer stromen de door het kalk gevormde baden vol met turquoisblauw warm water en kan je baden in een aantal van hen. Dit was echter niet voor ons weggelegd. In het nationaal park, bevinden zich naast de kalkformaties ook de ruines van Hierapolis. De wandeling op de heuvels waarop deze zich bevinden deed ons erg goed en tevreden keerden we terug naar Antalya.

Op dit ogenblik bevinden we ons in Antalya, vanwaar we morgen, na afscheid te nemen van Brian en Marie-France, zullen doorgaan naar Adana. Daar zullen we slechts één nacht blijven om dan direct door te gaan naar Antakya, waar we de grens met Syrie zullen oversteken.

Tijdens onze drie weken in Turkije zagen we reeds verschillende archeologische sites en een paar bijzondere natuurverschijnselen. De cultuur is niet zo verschillend van de onze, maar dit zal zeker veranderen in Syrie en Jordanie. Daar heerst de islam immers toch nog veel meer dan hier. Het eten is hier heerlijk en een welkome verandering na maanden noedelsoepjes en curry`s in Zuid-Oost Azie. Turkije is een erg mooi land en de mensen zijn echt erg vriendelijk en gastvrij. Het is vreemd wanneer je niet onmiddellijk thee wordt aangeboden. Je moet echter wel opletten met de commercanten, maar dat is in elk land waar toeristen komen zo, dus...